Het vervoerbedrijf GVB gaat in overleg met de gemeente Amsterdam een aanpak bedenken om met het eigen oorlogsverleden om te gaan.
Enkele weken terug volgde een emotionele reactie van de Joodse gemeenschap op het financiële gebaar van NS. Het spoorbedrijf deed dit gebaar naar aanleiding van de rol in de deportaties tijdens de Tweede Wereldoorlog.
Hierdoor besefte de GVB directie dat er nog altijd veel verdriet en pijn is bij overlevenden van de Holocaust en bij nabestaanden van de omgebrachte Joodse Nederlanders. Ook al is het zeven decennia geleden.
De directie van GVB beseft dat ook het verleden van GVB onvoltooid is, zolang niet alle feiten en omstandigheden in gezamenlijkheid zijn onderzocht. En zolang het handelen tijdens de Tweede Wereldoorlog niet samen is verklaard, beoordeeld en erkend. GVB gaat het oorlogsverleden daarom niet uit de weg.
Nu kunnen we de geschiedenis van de Gemeentetram Amsterdam niet los zien van de geschiedenis van de gemeente Amsterdam. Daar behoorde het trambedrijf indertijd immers toe. Vandaar dat GVB met de gemeente een gezamenlijke werkwijze gaat bepalen om met dit verleden op de juiste wijze om te gaan.
Uiteraard zal GVB de Joodse gemeenschap betrekken.