We verheugen ons erop: de vloot van 31 zero emissie-bussen die, dankzij een samenwerking van GVB, de Vervoerregio en de gemeente Amsterdam, volgend jaar op de lijnen 15, 22 en 36 gaat rijden. Maar voordat het zover is, moet het team van GVB’s Diana Pikkert – wiskundige en vervoerontwikkelaar – vol aan de bak. Diana: “Omdat de elektrische bussen tussendoor opgeladen moeten worden is de dienstregeling een logistieke Rubiks Kubus.”
Energie
Het grootste verschil met de huidige dieselbussen is uiteraard dat de laatste de hele dag kunnen doorrijden op een volle tank. “Dat is met de zero emissie-bussen niet het geval”, vertelt Diana. “Het is prachtig dat ze uitstootvrij rijden, maar je moet ze tussendoor wel regelmatig uit de dienstregeling halen om weer op te laden. Daarbij houd je ook rekening met een marge; de bussen mogen niet helemaal leeg zijn, op het moment dat ze weer nieuwe energie krijgen. En als het koud is verbruiken de bussen meer energie dan wanneer het buiten warm is. Het energieverbruik van de bus is namelijk geen vast gegeven, hier moeten we rekening mee houden. Een voorbeeld? Nou, bij een dieselbus produceert de motor veel restwarmte die vervolgens weer gebruikt wordt voor de verwarming van de bus. De nieuwe zero emissie-bus wordt elektrisch verwarmd, waarbij we de batterij aanspreken om de bus te verwarmen. De batterij zal – zeker als het koud is – dus regelmatig bijgevuld moeten worden.”
De eerste lichting van de 31 elektrische bussen – met een optie op maximaal 69 extra bussen – werkt op basis van stilstaand laden (‘Opportunity Charging’). Het batterijpakket van de bus wordt ’s nachts in GVB’s Garage West via stallingsladers (ook wel langzaamladers genoemd) geladen. Overdag worden ze bijgeladen via snelladers op 7 laadpunten bij Sloterdijk. Foto: Impressie van de Citea SLF-120 Electric voor Amsterdam.
Opladen in de daluren
Diana vervolgt: “De zero emissie-bussen zijn, voordat de spits start, allemaal volledig opgeladen. Dit gebeurt ‘s nachts in de stalling en overdag bij speciaal gebouwde 7 laadpunten op Sloterdijk, waar de buslijnen 15, 22 en 36 ook hun eind/starthalte hebben. Hierdoor is het mogelijk dat alle bussen in de spits beschikbaar zijn voor de reiziger, net als in de huidige situatie. In de daluren wordt het overschot aan bussen vervolgens gebruikt om op te laden. We hoeven dus geen extra zero emissie-bussen aan te schaffen om dezelfde dienstverlening aan te bieden als nu het geval is.”
Limp Home
En wat als de bussen onverhoopt toch zonder energie komen te zitten? Diana lacht: “Nou, dat is niet zo mooi, maar gelukkig is er dan nog een soort noodoplossing die ze in het Engels ook wel ‘limp home’ noemen. Met het laatste beetje energie in de batterij kun je dan nog net een stukje rijden, waarbij je wel heel langzaam gaat en alle niet-noodzakelijke systemen, zoals de verwarming en binnenverlichting, staan uitgeschakeld om zo min mogelijk energie te gebruiken. Maar laten we ervan uitgaan dat dat niet gebeurt! De bedoeling is dat we in de reguliere dienstregeling genoeg buffer creëren, zodat deze ook goed gereden kan worden als het bijvoorbeeld erg koud is, of er een verstoring op de route is. Onze buschauffeurs krijgen daarbij een speciale opleiding, omdat het rijden met een zero emissie-bus toch aanvullende en andere vaardigheden vergt, dan het rijden op diesel. Zo leren de buschauffeurs zo zuinig mogelijk te rijden, goed te letten op de meter die aangeeft hoeveel energie er nog is en heel strak te rijden volgens de dienstregeling én op te laden.”
Moment suprême
De uitdaging zit ‘m vooral ook in het feit dat de reizigers in principe niet mogen merken dat ze straks in andere bussen zitten. Diana: “Nou, ze mogen natuurlijk wel genieten van het feit dat de bussen supersoepel rijden, schoner, duurzamer en veel stiller zijn, maar het mag niet gebeuren dat er bussen uitvallen omdat wij onze zaken logistiek niet op orde hebben.” Sprake van een ruime gewenningsfase voor Diana’s planningsteam is er overigens niet. Diana: “Nee, ondanks dat GVB alles uitgebreid gaat testen en er een proefbedrijf komt, vindt ons moment suprême plaats als de drie lijnen volledig elektrisch rijden. Pas dan weten we of we ons huiswerk goed gedaan hebben. Daarom zijn we nu dus ook al zo hard bezig met de logistieke planning; straks moet alles tot in de puntjes geregeld zijn. Voor onze reizigers én onze buschauffeurs.”
In Amsterdam mogen vanaf 2025 helemaal geen nieuwe dieselbussen meer instromen en het is de bedoeling dat in 2025 alle bussen emissievrij rijden. Voor de regio is het streven dat er na 2025 geen nieuwe dieselbussen meer instromen en al het OV busvervoer na 2030 volledig emissievrij is.
Tekst: Renkse van Bers, Vervoerregio Amsterdam