De ‘trapkar’ heeft vandaag zijn allerlaatste rit gereden in Amsterdam. De tram reed zijn laatste symbolische rit van de Remise Havenstraat naar Remise Lekstraat. Hier werd een 11G en een 12G-tram overgedragen aan Stichting Museumtram.
Eerste keer dat bestuurders mee dachten
Een van de trambestuurders is Wim Fisher. Hij was destijds betrokken bij de aanbesteding van deze trams. Wim: “Het was heel bijzonder, want voor het eerst mochten ook wij als bestuurders meedenken en meepraten over hoe de nieuwe voertuigen eruit moesten komen te zien. Hoe de bestuurderscabine ingericht moest worden. Dat was nog nooit eerder gebeurd.”
Tram ook wel ‘trapkar’ en ‘hangbuik’ genoemd
Het is voor Wim een extra bijzondere rit: “Niet alleen deze oude trapkarren gaan met pensioen. Ik ook! In september stop ik ermee, dus het is heel bijzonder dat ik nu deze laatste rit mag rijden. De cirkel is rond, zullen we maar zeggen! De naam ‘trapkar’ is niet omdat de tram trappen heeft, maar omdat je de tram met het voetpedaal bediend. Verder noemden we deze tram ook wel ‘hangbuik’, vanwege het lage middendeel en dat je aan beide zijden trapjes hebt om naar het hoge deel te komen.”
Tram typeerde Amsterdams straatbeeld
De 11- en 12G trams hebben 32 jaar dienst gedaan. Nu is het tijd om ze te vervangen voor modernere trams. Ramon Rippens, vervoermanager Tram: “De uitstroom is een natuurlijk proces. We hebben nu zoveel 15G-trams dat deze generatie moet uitstromen. De ervaring leert dat trams die zo oud zijn vaker storingen hebben en niet bijdragen aan de robuuste en betrouwbare dienstregeling die GVB haar reizigers wil bieden. Van de 45 trams zijn een aantal onderdelen verkocht via een veiling. Het restant van de trams wordt duurzaam verschroot. De overige twee trams worden aan Stichting Museumtram gedoneerd zodat ze onderdeel uitmaken van het cultureel erfgoed dat zij beheren voor de stad. We zijn heel erg blij dat de stichting de trams bewaart, want ze hebben zo’n lange tijd het typerende Amsterdamse stadsbeeld gedomineerd. Op deze manier blijft dat bewaard en zullen we ze af en toe voorbij zien rijden als de Museumtram ze gebruikt voor hun activiteiten.”
Moderne historie koesteren
Mark Vermeulen van de Museumtram beaamt dat.: “Het is ontzettend belangrijk dat we ook de moderne historie koesteren. Daar zijn deze 11- en 12G een goed voorbeeld van. Als deze nu niet worden bewaard, zullen ze er niet meer zijn. Door ze nu over te nemen en zichtbaar te houden, wordt dit deel van de geschiedenis bewaard. Tussen ons oudste voertuig en deze ‘jonkies’ zit nu ongeveer 86 jaar. Zo kan je niet alleen de groei van het openbaar vervoer zien, maar ook de verandering in levensstandaard in een stad als Amsterdam. We zullen er zorg voor dragen dat deze trams ook voor toekomstige generaties tastbaar blijven!”