Vernieuwde lijn, nieuwe trams: het is bijna zover in Amstelveen. Ook het Communicatiecentrum Vervoer van GVB, ofwel de verkeersleiding, is aan het aftellen. Het houdt vanaf 13 december lijn 25 en de 15G trams draaiend, veilig en punctueel. Teammanager René Hondeveld vertelt wat daar zoal bij komt kijken.
Bussen, trams, metro’s, veren… het Communicatiecentrum Vervoer van GVB verliest ze geen moment uit het oog. “Voor de bussen en de trams, waar ik als teammanager werk, hebben we 23 verkeersleiders”, vertelt René. Hij zoomt meteen in op lijn 25: “De oude Amstelveenlijn was een metro. Hij viel toen bij ons dus onder de Verkeersleiding Metro. Maar nu is het een hoogwaardige tramverbinding geworden. Dat betekent een compleet nieuwe lijn voor dát verkeersleidersteam. Met ook nog eens gloednieuwe 15G trams erop.”
Soms opschalen
De kerntaak van de GVB-verkeersleiders is ervoor te zorgen dat bussen, trams, metro’s en veren veilig en punctueel zijn, en zich zonder problemen een weg banen door stad en regio. “De verkeersleiders doen het meeste werk zelfstandig. Als er een storing is, kunnen ze die meestal zelf prima oplossen. Maar soms moeten we opschalen. Bijvoorbeeld bij een ongeval of een grote storing. Als teammanager schakel ik dan mijn helikopterblik in: wat is er aan de hand, wie moeten we informeren, is de veiligheid in het geding, is het mediagevoelig?”
Leidseplein
Elke tramlijn is anders. En als er iets niet goed gaat, hangt de oplossing vaak af van de plek des onheils, zegt René. “Stel, een tram gaat kapot op het Leidseplein. Daar zijn diverse trams en bussen waar onze reizigers op kunnen overstappen. Maar lijn 25 is heel anders. Als je op een halte staat te wachten en er komt geen tram aan, dan heb je vaak geen alternatief. Daar moeten wij dus op een manier, die het meest geschikt is voor lijn 25*, snel en efficiënt op inspelen.”
Tijdelijk inkorten
De vernieuwing van de Amstelveenlijn heeft voor René en zijn collega’s drie hoofdstukken: de lijn zelf, de nieuwe trams en het nieuwe opstelterrein. “Het belangrijkste nieuwtje op de lijn is de manier waarop we gaan handelen als er onverhoopt een storing is. Dan gaan we de lijn tijdelijk inkorten, ofwel op Stadshart, ofwel bij de A.J. Ernststraat, en in een later stadium ook bij Brink/Poortwachter. De trams rijden dan een tijdje tot aan dat punt, zolang we bezig zijn met het verhelpen van de storing.”
René Hondeveld (Foto: Gé Dubbelman)
Over de nieuwe trams: “Daar moeten we álles over weten. We gebruiken het lesboek voor bestuurders, doen lessen via de computer en brengen het hele storingsproces in kaart. We hebben hier een ‘storingsboom’. Daarin staan voor bussen en trams alle mogelijke storingen, de oplossing ervan, wie we moeten informeren, enzovoort.” En wat betreft het opstelterrein: “Dat is prachtig nieuw en grotendeels geautomatiseerd. Maar ook dat kan haperen. Het heeft bijvoorbeeld een groot hek waar de trams uitrijden. Als dat niet open gaat en de trams niet op pad kunnen, dan hebben we een stevig probleem. Daarom is ook daar nagedacht over een plan B, om de dienstregeling niet lang te hinderen.”
Leuke testrit
René en zijn collega’s rijden allemaal mee met een testrit op lijn 25. “Ik heb hem zelf net achter de rug. Hartstikke leuk. Van Westwijk naar Zuid en weer terug. Maar vooral ook nuttig. Het zijn mooie trams, maar het belangrijkste is dat ze goed rijden. Hoe gedragen ze zich? En ik geef mijn ogen goed de kost. Hoe gedragen de mensen zich, in de buurt van de trams en de haltes? Zitten daar dingen in die nuttig zijn om te onthouden, voor ons werk als verkeersleiders?”
Drukke dagen dus. Maar ook leuk? Absoluut, zegt René. “Zo’n nieuwe lijn en nieuwe trams, dat zijn in mijn werk de krenten in de pap. Dat maak je niet elke dag mee. En als iets niet meteen goed gaat, dan denk ik altijd aan wat een collega ooit tegen me zei: ‘Geniet van je teleurstellingen, daar leer je het meeste van’.”