Met de herlancering van de Amstelveenlijn in zicht is de OTO-fase is in volle gang. Tijdens dit ‘Opleiden, Trainen en Oefenen’ leidt GVB de bestuurders op om op lijn 25 te kunnen werken – inclusief een laatste generale repetitie. Deze gaat van start op maandag 30 november.
Hoe is het om op de vernieuwde Amstelveenlijn te rijden, in nieuwe trams, de hele dag door? Dat gaan we straks allemaal beleven, vanaf 13 december. Voor het zover is, zet iedereen achter de schermen de laatste puntjes op de i. GVB startte in oktober met OTO, het opleiden van circa driehonderd bestuurders, en het trainen en oefenen in de praktijk met de spiksplinternieuwe 15G trams op de nieuwe lijn 25.
Generale repetitie
“Na OTO start een laatste testfase: het ‘proefbedrijf’. Hierin doen we een generale repetitie voor de exploitatie van lijn 25”, vertellen implementatiemanager Ronald van der Meer en testmanager Folco Verlinden van GVB. “We rijden voor het eerst met de nieuwe trams op de vernieuwde lijn: de hele dag door, met acht gekoppelde voertuigen, precies volgens de nieuwe dienstregeling, non-stop op en neer tussen Westwijk en Zuid. Met andere woorden: zoals het straks zal gaan in de dagelijkse praktijk, maar nog zonder reizigers.”
Achter de schermen
Vrijwel alle afdelingen van GVB zijn betrokken bij het proefbedrijf, vervolgen de heren. “Dat trambestuurders nodig zijn, zal voor iedereen helder zijn. Maar ook achter de schermen werken heel veel mensen mee. Bijvoorbeeld de verkeersleiding voor bijsturing als dat nodig is. Zo ook de storingsdienst van de voertuigen. En de storingsdienst van de infrastructuur, als er iets misgaat bij een wissel of een lift. En de collega’s van het facilitair bedrijf, om het opstelterrein te bewaken en ervoor te zorgen dat alles werkt – inclusief de koffie! – op de eindpunten. Andere zaken en afdelingen, die tijdens het proefbedrijf een cruciale rol spelen, zijn de dienstregeling als basis voor de reisinformatie, IT-ondersteuning bij storingen, de klantenservice en operationele processen zoals zandtanken en rangeren.”
Folco Verlinden en Ronald van der Meer (Foto: Gé Dubbelman)
Twee weken
Het proefbedrijf duurt twee weken. Het gaat van start op maandag 30 november, in alle vroegte, rond 05.00 uur, en loopt door tot en met 12 december. Ronald en Folco weer: “De reizigers willen een betrouwbare verbinding tussen Amstelveen en Amsterdam. Om die te realiseren moeten alle afdelingen gecoördineerd samenwerken. Dát is wat we gaan oefenen in het proefbedrijf, tussen 30 november en 12 december.
Storingen in scène
Het proefbedrijf is niet hetzelfde als de testritten die tot nu toe zijn gedaan, benadrukken de heren. “Dat waren losse ritten. Maar tijdens het proefbedrijf rijden we alsof de lijn al echt in gebruik is. Wel zetten we een aantal storingen in scène, terwijl wij dus ‘gewoon’ rijden. Bijvoorbeeld: een tram komt niet van zijn plek. Of we moeten de lijn inkorten omdat er een breuk in de bovenleiding zit. Het nut hiervan is dat we met zijn allen kunnen kijken hoe we zulke situaties oplossen. Zijn alle procedures duidelijk en compleet? Weet iedereen wat hij moet doen? Hoe lang duurt het voordat een storing is opgelost?”
Leren, leren, leren
Ronald en Folco benoemen hier de kern van waar een proefbedrijf voor bestemd is: leren, leren, leren. “Zo’n stresstest maakt ons duidelijk hoe de trams en de lijn zich gedragen. Hoe is de punctualiteit? Hoe is de communicatie met de verkeersleiding? Maar ook, hoe voorkomen we uitval? Is de opleiding van de bestuurders goed genoeg geweest of moeten we daar nog nadere instructies voor regelen?”
Folco Verlinden (l) en Ronald van der Meer (Foto: Gé Dubbelman)
Van niets naar iets
Tot slot: hoe is het om zoiets als dit in de steigers te zetten en straks volop mee te maken? Folco: “Een enorme en mooie uitdaging. Vooral het omschakelen van niets naar iets: nu is het nog op stil op de lijn, en zo meteen rijden er hele dagen weer trams.” Ronald: “Helemaal mee eens. En de schaalgrootte! Al met al werken er in die twee weken voor en achter de schermen honderden collega’s mee aan het proefbedrijf. Da’s als een orkest: het moet allemaal in harmonie zijn.”