GVB zit midden in het proces van de transitie van dieselbussen naar elektrische bussen. Daarmee wil het vervoerbedrijf een slag slaan op het gebied van duurzaamheid – en in 2025 uiteindelijk helemaal uitstootvrij rijden. “Daarmee werd ook de vraag interessant: wat kunnen we het beste doen met de oude dieselbussen?”, zegt Sander Zondervan, senior adviseur MVO. Hij en Vincent de Graaff – senior manager GVB Activa vertellen erover.
Vincent de Graaff: “We hebben nu 31 elektrische bussen rijden in de stad. Voor de volgende dertien bussen worden nu ook de elektrische oplaadpunten aangelegd bij station Sloterdijk. Vervolgens zullen meerdere laadpunten komen in de stad. Uiteindelijk zullen al onze 210 dieselbussen in 2025 vervangen zijn door elektrische bussen zodat we vanaf dat jaar volledig uitstootvrij kunnen rijden.”
Omslag
Vincent vervolgt: “Als je zo’n omslag aan het maken bent, dan doe je natuurlijk niet meteen je oude bussen weg. Die houd je nog even achter de hand, totdat je zeker weet dat er geen kinderziektes meer zijn en de nieuwe bussen stabiel in de exploitatie rijden. Voor de 31 elektrische bussen die nu rondrijden, is dat het geval. En dus komt daarmee ook de vraag in zicht: wat gaan we met de oude bussen doen? Normaal verkopen we die aan andere landen – maar we zouden ze ook kunnen recyclen. De vraag was voor ons: hoe doen we dat in deze tijd op zo verantwoord mogelijke wijze?”
Drie scenario’s
Adviseur MVO Sander Zondervan vult aan: “Ja, we zijn echt bezig met het maken van die slag op het gebied van duurzaamheid. Voor de afstoot van de oude dieselbussen hebben we daarom drie verschillende scenario’s laten onderzoeken door onderzoeks- en adviesbureau Ecorys. Zij hebben daarvan per scenario een maatschappelijke kostenbatenanalyse (MKBA) gemaakt. Daarvoor hebben ze allerlei indicatoren onderzocht per scenario. Je kunt daarbij denken aan: Wat is de kwaliteit van het recyclingproces? Is er sprake van hergebruik? Wat zijn de milieuvoordelen?”
Optie 1: ontmantelen in Nederland
Het eerste scenario dat Ecorys onderzocht was: het ontmantelen van de bussen in Nederland, vertelt Sander Zondervan. “Dan is er eigenlijk geen restwaarde voor ons – behalve dat je sommige onderdelen kunt hergebruiken. Dus economisch gezien is dat niet het beste scenario. Het voordeel is dat de recyclingnormen hier heel hoog zijn, dus voor het milieu is dat wel goed. Maar je doet niets met het gegeven dat de bussen in potentie zouden kunnen doorrijden.”
Optie 2: verkoop aan Oost-Europa
Het tweede scenario was de verkoop van de bussen aan een vervoerbedrijf in Oost-Europa, waar nu dieselbussen rondrijden die veel ouder en vervuilender zijn dan die van GVB. Sander: “Voor de vervuilingsindicatie van de bussen bestaat een schaal die loopt van Euro 1 (het meest vervuilend) tot Euro 6 (het minst vervuilend). Onze bussen zijn met de kwalificatie Euro 5/6 veel schoner dan bijvoorbeeld die in Roemenië die Euro 2/3 als kwalificatie hebben. Als die bussen worden vervangen door onze oude bussen, dan betekent dat dus een enorme verbetering voor het milieu daar. Bovendien hebben de bussen ook nog een waarde – en krijgen we er geld voor terug. Nog een factor die meeweegt: In Oost-Europese landen zijn de normen voor het recyclingproces de laatste jaren sterk verbeterd. Dus als de bussen echt ‘op’ zijn en gerecycled moeten worden, gebeurt dit op ook op een goede manier.”
Optie 3: verkoop aan Afrika
Een derde scenario dat onderzocht is, is de mogelijke verkoop van de dieselbussen aan landen in West-Afrika. Sander: “Het voordeel daarvan is dat je bijdraagt aan de uitbreiding van het ov-netwerk in die landen. Dit heeft een positief effect op de zogenoemde ‘modal shift’ ter plekke: mensen die voorheen bijvoorbeeld een minibus of motorfiets gebruikten, kunnen dan met het openbaar vervoer. Maar in bijvoorbeeld een land als Ghana zijn er nog wel veel onverharde wegen – en er zit in onze bussen vrij veel gevoelige technologie. De conclusie was dan ook dat de bussen daar waarschijnlijk niet heel erg lang meegaan. Bovendien is het transport richting Afrika ook langer, duurder en milieuvervuilender.”
“Tweede optie de beste”
De aanbeveling die uit het onderzoek vloeide was dan ook dat de tweede optie “de beste is als je kijkt naar de maatschappelijke kosten en baten”, aldus Sander. “Dat is dus ook wat we gaan doen: we gaan de bussen verkopen aan Oost-Europa. Zij kunnen dan hun meer vervuilende materieel vervangen. “Vincent de Graaff: ‘Wat je in andere landen ziet, is dat de bussen vaak minder intensief worden gebruikt dan bij ons in de stad. Vaak gaan ze daardoor nog een hele tijd mee!”
Maximale bijdrage
Het traject voor de verkoop van de bussen gaat nu worden opgestart, zegt Vincent. “We moeten even kijken hoe dat gaat verlopen, want veel steden en landen schakelen nu over op elektrisch rijden. Maar in Oost-Europa zijn nog lang niet alle landen zover. En met dit onderzoek hebben we een hele goede onderbouwing om een maximale bijdrage te leveren aan de ambitie om ook op wereldniveau minder uitstoot te bewerkstellingen.” Sander: “Naast de ambitie om in 2025 in Amsterdam zelf geheel uitstootvrij te rijden, natuurlijk!”
Enthousiast
Gerard Hellburg, programmamanager Zero Emissie Mobiliteit van de Vervoerregio Amsterdam is enthousiast over de plannen van GVB: “Voor de Vervoerregio sluit dit voornemen goed aan bij de manier waarop wij om willen gaan met het materieel binnen de concessies. Wij zien graag dat daar op steeds meer circulaire wijze mee wordt omgesprongen, zoals wij ook hebben vastgelegd in ons Convenant Circulair. Heel fijn dus.”
Infographic
Bekijk hier de Infographic van het onderzoek naar de uitstroom van de dieselbussen van GVB.
Dit artikel is afkomstig van de Vervoerregio Amsterdam en is met toestemming doorgeplaatst op onze website.